‘Nooit een eerlijke kans gehad bij Feyenoord’
Excelsior verraste deze zomer met het binnenhalen van Yassin Ayoub. De middenvelder komt transfervrij over van Panathinaikos en tekende een contract voor twee seizoenen. Hij wil revanche nemen voor zijn tijd bij Feyenoord.
Ayoub voelt zich comfortabel in Rotterdam, maar erkent hij meteen in gesprek met RTV Rijnmond: “Het verschilt niet zoveel met Amsterdam. Dat vind ik wel een leukere stad, als ik eerlijk ben. Ik heb daar 20 jaar gewoond, dus logisch dat ik meer met Amsterdam heb. We moeten niet gelijk denken aan Ajax, ik heb het over de stad.”
Via FC Utrecht maakte Ayoub jaren geleden de overstap naar Feyenoord. Ondanks een ‘mooie tijd’ werd hij er geen basisspeler. “Ik ben best eerlijk en realistisch naar mijzelf maar ik heb nooit een eerlijke kans gehad. (…) Elke keer als ik inviel deed ik wel iets, was ik dreigend. Behalve PSV-thuis, daar ben ik eerlijk in. Maar ik heb nooit een normale kans gehad. Na een goede invalbeurt zat ik weer niet bij de selectie of op de bank. In elk geval nooit dicht bij een basisplek.”
“Ik verdiende dat niet, was altijd goed op de training en deed mijn best. Ik vroeg aan de trainer (Giovanni van Bronckhorst, red.): wil je dat ik mijn spel aanpas of iets anders doe? Op een gegeven moment gaat dat aan je knagen. Dat is jammer, net als dat sommige mensen dan zeggen dat ik niet goed genoeg was, aldus Ayoub, die het ‘een mentale klap’ noemt. “Je voelt hem, het doet echt pijn. Soms klikt het niet, dan kan je hoog of laag springen. Dan kan je nog zo hard trainen, wel 100 uur, maar dat gaat niet werken als iemand het niet in je ziet zitten.”
Ayoub koestert desondanks geen wrok jegens Van Bronckhorst. “We zijn volwassenen en het is gebeurd. Hij is zijn weg ingeslagen en ik ook. Als ik hem tegenkom krijgt hij gewoon een knuffel en vraag ik hoe het met hem en zijn kinderen is. Voor de Feyenoord-supporters heb ik volop liefde. Uit bij NAC Breda gingen ze voor mij zingen tijdens een warming-up, dat was echt heel mooi. Na het scoren van de 6-2 tegen Ajax zag je er wel wat frustratie uit komen. ‘Zie je wel, ik laat het wéér zien. Ik verdien iets meer dan ik nu krijg’. Dat bleef aan mij knagen.”